Opengescheurd

Ze staan iets uit het lood. Er zijn tientallen busjes en vrachtwagens tegenaan gereden. De één neigt naar de gevel, de ander naar het plein. De scheefheid, juist die milde scheefheid, maken van de paaltjes een krachtige kantlijn. Het onafgemaakte past deze binnenstad, waar één op de twee vierkante kilometer is opengescheurd en binnenste buiten gekeerd. Om daarna voor dertig, veertig jaar weer met rust te worden gelaten, kleine ongelukken buiten beschouwing gelaten. Voor een stratenmaker valt hier geen eer te behalen. Pas nog ging de stoep open. Het plein, of wat er van over is aan deze kant, spuwde kabels. Ze proberen het daarna weer zo netjes mogelijk dicht te leggen, maar over een paar maanden is het weer raak. En nog eens. Een wiebelend klinkerwegdek: als je er oog voor hebt, roept het vragen op. Zouden de winkels op het Vredenburg nu allemaal hydrasnel internet hebben? De vooruitgang redt het zelden zonder het goede humeur van een ploeterende kabellegger. Kunnen de kappers van Cosmo en de boys & girls van Perry weer veilig naar het toilet? Die gun je immers ook een beetje profijt.