Trans

– Is dit de Lageweidebrug of is die verderop?

– Nee, dan moet je nog een heel eind verder.

De vraag en het antwoord, ze blijven hangen als een dreigende tandpijn. Ze starten een eigenwijze gedachtestroom. Bijvoorbeeld. Waarom is het antwoord nee als het antwoord niet met zekerheid nee is? We zijn de optelsom van onze impulsen. Een dame met haast – de vragensteller in kwestie – zocht zekerheid maar ook een vlot antwoord. Ze bleef fietsen, nam niet de moeite om even af te stappen voor een wandelaar op weg naar zijn betaalde dagbesteding. Ze had zelf al een vermoeden hoe de vork en de steel zat aangaande de route. Hij werd overvallen door de vraag, vond het prettig om een dame met haast te bevestigen in haar keuze en hij zei daarom: nee, het klopt, je rijdt goed zo.

Het knagen was begonnen. Ze had de vraag gesteld net onder een andere brug. Toeval? Wat als díe brug…? Ze had deze brug goed kunnen overslaan in haar zoektocht naar de beste oversteek. De constructie op zich was moeilijk te missen, echter, de fietstoegang kon snel leiden tot een fatale vergissing. Neemt men de Lage Weide via de voordeur of de achteruitgang? Voor de kilometers is het een wezenlijk verschil. Daar gáát het sollicitatiegesprek.

Er razen treinen over de brug. Loopt daar dan een fietspad langs? Tussen die struiken en rakelings langs bedrijvenpanden en een woonhoekje… begint daar de oversteek naar een nog groter areaal aan betaalde dagbestedingen, raffinages, warenwinkelmagazijnen, kantoorbenodigdheden en wegrestaurants?

Niet deze oversteek dus, maar die andere.

In een seconde gaven ze elkaar de bevestiging van hun impulsen, het klopt zo, ga door, heb vertrouwen. Ga vooral hier vandaan, wat doet een mens hier anders dan verder trekken en vooruitkijken?